Een ontdekking.
Al werkende kwamen een collega en ik er gaandeweg achter, dat wij een eigen manier van coachen hebben ontwikkeld. Een manier die wat anders is dan wat je wel eens leest in artikelen over coaching. Onze ontdekkingstocht begon in een intervisie groepje, waarbij wij werkten met de methode ‘logosynthese’ (LS). Logosynthese beloofde om ‘structuren die tussen ons en onze essentie in staan’, weg te nemen. Dat klinkt toch goed, nietwaar?
Logosynthese werkt als volgt: iemand verwoordt een probleem of wat hem bezighoudt en de begeleider past de methode toe. Dat doe je door de herhaalde toepassing van drie unieke, precies geformuleerde, zinnen waarin de beschrijving van het probleem wordt opgenomen. Met behulp van LS kun je zodoende de lichamelijke, emotionele en mentale staat positief beïnvloeden en veranderen door de kracht van woorden en daarmee de klachten van jezelf of van je cliënten verlichten of opheffen. De focus van de cliënten wordt zodoende gericht op de energie en het potentieel van de mens in het hier-en-nu. Want wanneer (levens)energie vrijelijk kan stromen, functioneren wij goed, is het leven een dans en zijn wij in staat het hier en nu waar te nemen zoals het is en er passend op te reageren.
Ondanks het plezierig toepassen van LS begonnen we langzamerhand steeds meer 'dissidente' trekjes te vertonen en deze aanpak los te laten. Er kwam steeds meer casuïstiek die we anders benaderden dan gebruikelijk is met de LS methode. Zoals bij de casus waarbij een van ons naar een workshop was geweest en bij binnenkomst van de uitvoerende trainer/coach een hand kreeg en deze gelijk zei: 'hoeveel van je power zet jij eigenlijk in?'. Onze collega vertelde dat hem dat 'behoorlijk raakte'. Vervolgens onderzochten we de vragen: 'Wat bedoelt onze collega eigenlijk als hij zegt, dat het hem behoorlijk raakte? Wat zegt hij eigenlijk als hij dat zegt? Wat betekent dat? Wat gebeurde er met hem en in hem ?
Toelichting
Na verschillende van dit type casus-ervaringen kwamen wij er al doende achter, dat we meer effect sorteren met een werkwijze wat ik een directe, ‘energetische manier van coachen’ zou willen noemen. Wij gaan hierbij niet uit van een model en wij volgen geen methode die moet leiden tot het identificeren van een zgn trigger. Met LS denken wij dat er zo iets is als een ‘essentie’ van mensen: dat -wij mensen- een wezenlijk eigen betekenis en richting hebben en geven aan het leven. Terwijl coaching zich veelal richt op door mensen gestelde doelen, betekent bovenstaande voor ons dat wij ons richten op de essentie.
Dat doen we met behulp van de drieslag bewustzijn, zicht en handelen. Door je bewust te worden van bijvoorbeeld een bepaald patroon in je gedrag en de omstandigheden waarin je dit vertoont, krijg je zicht op welk effect dat heeft op jezelf en anderen. Dat ‘zicht’ laat je vervolgens zien welke opties je hebt om daar mee om te gaan en de keuzes, die je kunt maken om te handelen.
De rol van de coach of de begeleider daarbij is het scheppen van een zodanige sfeer, dat de cliënt in gesprek blijft en zich niet terugtrekt in eigen gedachten of afweer. In zo’n sfeer voelen mensen zich uitgenodigd om dat waar ze last van hebben -de obstructies die hen afhouden van hun essentie- aan te zien, te onderzoeken en op te nemen.
Op die manier werken wij niet zozeer aan het behalen van doelen, als wel aan het wegnemen van obstakels om daar te komen. Als je de obstakels voor de groei wegneemt kunnen wij mensen ons geheel ontplooien en ontwikkelen, ’net zoals een eikel zich ontwikkelt tot een eik’ (Irvin D. Yalom in ‘Therapie als geschenk’, Balans, 2007). Wat we doen is de cliënt bevragen op zijn motivaties en drijfveren op een onderzoekende, spiegelende en prikkelende wijze. Zodoende begeleiden we iemand vragenderwijs richting zijn eigen gewaarwordingen en antwoorden die helderheid verschaffen waar het in essentie over gaat. We kijken dan met name wat er op energie niveau gebeurt, in welke mate er sprake is van energie in het gesprek en in het directe contact met de gecoachte. Wat valt ons op aan wat we voor gedachten krijgen tijdens het gesprek, krijg ik er wel of geen energie van (fysieke signalen) en word ik er bijvoorbeeld blij of onrustig van …en wat maakt dat dat gebeurt? Waardoor worden wijzelf geraakt en waardoor niet?
Wat gebeurt er dus in ons als begeleider? Anders gezegd: iets is pas goed als het goed voelt, want ons lichaam liegt niet. Als een gesprek er werkelijk toe doet en ons raakt, voelen alle gesprekspartners dat lijfelijk. Als je bang voor iets bent of je ergens voor schaamt, dan voel je dat in je lijf. Dat je de energie als het ware ‘tegenhoudt’ en dat die energie je danig in de weg kan zitten en kan leiden tot vermoeidheid, frustratie en inadequaat gedrag. Als iets ons raakt zijn de reacties meestal dat we er vrolijk en opgewekt van worden, mismoedig en lamgeslagen of hebben we een schrikreactie. Dat laatste bleek het geval te zijn bij onze collega van de eerder genoemde ’workshop-casus’ : hij voelde zich door de gespreksleider 'betrapt'. Een schrikreactie, gevolgd door een terugtrekkende beweging. ‘Weg hier. Niet doen’. Zelf koppelde hij zijn schrikreactie aan de gedachte ‘ik doe het niet goed'.
In het belang van de coachee handhaven we als coach het contact, juist op dit soort momenten dat het moeilijk of spannend is. Dit is van wezenlijk belang: continu in contact blijvend, on-aflatend. Door naar je lichaam resp. je gevoel te luisteren. Dan ontstaat de mogelijkheid dat het licht valt op een verborgen angst die kan worden erkend en aangezien. Zodoende wordt iets waar je last van had of hebt, niet langer afgewezen als ‘gedoe’, ‘lastig’ of ‘ingewikkeld’ waar snel aan wordt voorbij gegaan maar krijgt het betekenis!
Het wonderlijke is dat in het erkennen, aanzien en betekenis toekennen, zich alles ontspant. Zodra iets wordt erkend en in het licht mag en kan blijven staan, ontstaat lichamelijke, emotionele en mentale ontspanning. De energie die eerst verborgen en opgesloten was… komt vrij. Dat geeft ruimte en de mogelijkheid om gedrag te vertonen, waarbij je voelt dat het klopt en dat je vanuit je zelf spreekt. Dat je ‘in essentie’ bent, ofwel vanzelfsprekend bent.